Tijdens het verbranden van hout, kolen of olie ontstaan onverbrande delen die in het rookkanaal terecht komen. Deze deeltjes hechten aan de wand van het kanaal. Die vormen dan een teerachtige laag (creosoot) en deze laag is zeer brandbaar. De hoeveelheid aanslag wordt bepaald door het stookgedrag; krijgt de kachel te weinig zuurstof dan volgt een onvolledige verbranding waarbij extra afvalstoffen vrij komen die het schoorsteenkanaal mogelijk verstoppen. Er is dan geen of te weinig trek om de verbrandingsgassen naar buiten te leiden en dan slaan deze terug de huiskamer in.
Het gevolg is gevaar voor koolmonoxide vergiftiging. Koolmonoxide is geur- en kleurloos en het is doodsoorzaak nummer 1 bij brand. CO2 verdringt de zuurstof in het bloed en leidt tot bewusteloosheid en uiteindelijk de dood. Er zijn een aantal aanwijzingen om CO2 te ontdekken, bijvoorbeeld het beslaan van ramen in de kamer waar wordt gestookt of het vettig worden van dubbel glas.
Jaarlijks zijn er duizenden schoorsteenbranden die aanzienlijke schade aan woningen toebrengen. Onderzoek heeft aangetoond dat meer dan 40% van de schoorstenen niet periodiek worden geveegd, goed onderhoud is noodzakelijk, laat daarom tijdig en regelmatig uw schoorsteen vegen.
Enkele tips bij het stoken:
- Laat altijd wat as achter in de haard;
- Alleen (goed gedroogd) hout als brandstof gebruiken;
- Gebruik iedere keer maar een paar blokken, niet teveel;
- Stook geen behandeld hout (verf, beits, impregneer, enz.);
- Geen multiplex, spaanplaat of oud papier gebruiken;
- Zorg voor goede zuurstoftoevoer, zet evt. een raam op een kier.